Algemeene Schippers vereeniging

Voor en door schippers

Klein schip / Watertruck

Oneerlijke concurrentie met behulp van de Vlaamse overheid

Afgelopen weken lazen we in de diverse media dat de Vlaamse minister van mobiliteit Ben Weyts (N-VA) een nieuw overheidsbedrijf opricht voor de bouw van drie duwboten en 28 duwbakken ‘als alternatief voor het vrachtwagenverkeer’. Europa zal de helft van de 23 miljoen euro op tafel te leggen met het doel om een modal shift te bereiken: een verschuiving van 3 miljoen ton goederenvervoer van de weg naar het water. De ervaringen in Nederland laten echter een ander beeld zien.

Dit vervoer wordt overgenomen van bestaand vervoer over water, niet van transport over de weg. Europa werkt daarbij mee aan concurrentievervalsing binnen de vervoerstak die zij zegt te willen stimuleren. Daarbij blijkt uit het recent verschenen rapport van Panteia (‘Toekomst en vernieuwing vloot zand en grindvervoer’) dat onder andere door de regelgeving ‘Reglement onderzoek schepen op de Rijn’ (ROSR) veel (kleinere) binnenvaartschepen onnodig worden gesloopt. Maar terwijl de Centrale Commissie voor de Rijnvaart zelf stelt dat het niet zo kan zijn dat door regelgeving hele segmenten uit de markt verdwijnen (‘Schepen van de toekomst’, 2002) en dit inmiddels aantoonbaar wel gebeurt, is daarover tot nu toe geen tegengeluid vanuit Vlaanderen of Europa gekomen. 

Het is opvallend dat het behoud van de bestaande (kleinere) schepen geen prioriteit blijkt te hebben. Zo zijn er in Nederland al diverse moties aangenomen om de kleinere binnenvaart te vrijwaren van ROSR-overgangsbepalingen, maar die moties worden niet uitgevoerd en de sloop van kleine schepen gaat gewoon door. Het verdwijnen van de bestaande kleinere binnenvaart zorgt op dit moment zelfs voor een omgekeerde modal shift, vervoer over water gaat naar vervoer over de weg. 

Ook Duitsland heeft geconstateerd dat het vervoer over de weg veel harder stijgt dan vervoer over water, dit is helemaal in strijd met het Witboek Vervoer (Europa). Het in de markt zetten van dit soort bakken die vooral zorgen voor nog goedkoper vervoer helpt de sector in het geheel natuurlijk niet. Het is wrang dat waar Europa constant spreekt over een verbod van inmenging in de markt de overheid nu zelf bovendien de bestaande binnenvaart gaat beconcurreren.

Ik zou Minister Weyts willen oproepen zijn verantwoordelijkheid te nemen en zich in te zetten voor behoud van de diversiteit van de sector die al zovele decennia voor veilig vervoer zorgt, door de CCR aan te spreken op het moedwillig kapot maken van een essentieel deel van de binnenvaart, in plaats van haar met overheidssteun nog eens extra te beconcurreren.

Sunniva Fluitsma

Antwoord van Minister Weyts (Vlaanderen) op de reactie van de ASV

Watertruck+ project

Beste,

Het belang van de binnenvaart voor het vervoer van goederen is belangrijk en zeker gelet op de huidige file problematiek en de toekomstige voorspellingen aangaande de mobiliteit in Vlaanderen. Het planbureau voorspelt een stijging van 44% van het vrachtvervoer tegen 2020. Het verder intensifiëren van het goederenvervoer via de binnenvaart door onder meer het aantrekken van nieuwe trafieken moet aldus belangrijke bijdrage leveren aan het verbeteren van de mobiliteit. Met het project Watertruck+ wordt gefocust op het inzetten van de vaartuigen voor het transport van goederen die momenteel hun weg naar de binnenvaart nog niet gevonden hebben. Dit moet toelaten aan de “klassieke” binnenvaart om de bestaande markt verder te blijven bedienen. Daarbij kan vermeld worden dat het initiatief met de Vlaamse sectorvertegenwoordigers besproken is en dat de sector over de verdere evolutie van het project is ingelicht. Concreet is het dus niet de bedoeling om de taart anders te gaan verdelen en stukken af te nemen van bestaande binnenschippers. We willen de taart groter maken voor iedereen.

Duidelijk moet zijn dat in het project Watertruck+ hoofdzakelijk middelen van private investeerders en van Europa worden geïnvesteerd. De financiële bijdrage van Vlaanderen is veeleer bescheiden in dit project.

Anders dan de klassieke binnenvaartvloot die bestaat uit schepen met niet – uniforme afmetingen, wordt op vraag van Europa aandacht besteed aan uniformiteit van de verschillende types van vaartuigen. Dat heeft het voordeel dat ook de infrastructuur van het waterwegennetwerk hierop kan afgestemd worden in de toekomst, waardoor ook op dat vlak besparingen kunnen gerealiseerd worden. Vandaar de participatie van de Vlaamse overheid in dit project.

Het mag u bekend zijn dat ook de klassieke binnenvaart mijn aandacht krijgt. Een belangrijke eis voor de sector is om te vergroenen. In samenspraak en in samenwerking met de sector (via KBV) zijn twee vergroeningsmaatregelen uitgewerkt die op korte termijn in de markt zullen kunnen gezet worden en waarvoor ik de middelen heb voorzien.  Het betreft de steunmaatregel “hermotorisatie kleine schepen”, die bestemd is voor binnenschip tot CEMT klasse III en de steunmaatregel “nabehandelingstechnieken aan boord van middelgrote en grote schepen”, die bestemd is voor binnenschepen vanaf CEMT klasse IV.

Tevens is een projectvoorstel opgemaakt om ten voordele van de binnenvaartsector een vergroeningsconsulent te voorzien.

Met vriendelijke groeten,

Ben Weyts
Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Vlaamse rand, Toerisme en Dierenwelzijn

Martelarenplein7
1000Brussel
02/552.66.02
kabinet.weyts@vlaanderen.be
www.benweyts.be

Op 11 apr. 2016 om 14:56 heeft Algemeene Schippers Vereeniging het volgende geschreven:

Onderwerp: de heer Weijts beconcurreert de bestaande binnenvaart
Boodschap:
Oneerlijke concurrentie met behulp van de Vlaamse overheid

In de scheepvaartkrant van 6 april verscheen een artikel waarin aangekondigd werd dat de Vlaamse minister van mobiliteit Ben Weyts (N-VA) een nieuw overheidsbedrijf opricht voor de bouw van drie duwboten en 28 duwbakken ‘als alternatief voor het vrachtwagenverkeer’. Europa zal de helft van de 23 miljoen euro op tafel te leggen met het doel om een modal shift te bereiken: een verschuiving van 3 miljoen ton goederenvervoer van de weg naar het water. De ervaringen in Nederland laten echter een ander beeld zien.

Dit vervoer wordt overgenomen van bestaand vervoer over water, niet van transport over de weg. Europa werkt daarbij mee aan concurrentievervalsing binnen de vervoerstak die zij zegt te willen stimuleren. Daarbij blijkt uit het recent verschenen rapport van Panteia (‘Toekomst en vernieuwing vloot zand en grindvervoer’) dat onder andere door de regelgeving ‘Reglement onderzoek schepen op de Rijn’ (ROSR) veel (kleinere) binnenvaartschepen onnodig worden gesloopt. Maar terwijl de Centrale Commissie voor de Rijnvaart zelf stelt dat het niet zo kan zijn dat door regelgeving hele segmenten uit de markt verdwijnen (‘Schepen van de toekomst’, 2002) en dit inmiddels aantoonbaar wel gebeurt, is daarover tot nu toe geen tegengeluid vanuit Vlaanderen of Europa gekomen.

Het is opvallend dat het behoud van de bestaande (kleinere) schepen geen prioriteit blijkt te hebben. Zo zijn er in Nederland al diverse moties aangenomen om de kleinere binnenvaart te vrijwaren van ROSR-overgangsbepalingen, maar die moties worden niet uitgevoerd en de sloop van kleine schepen gaat gewoon door. Het verdwijnen van de bestaande kleinere binnenvaart zorgt op dit moment zelfs voor een omgekeerde modal shift, vervoer over water gaat naar vervoer over de weg.

Ook Duitsland heeft geconstateerd dat het vervoer over de weg veel harder stijgt dan vervoer over water, dit is helemaal in strijd met het Witboek Vervoer (Europa). Het in de markt zetten van dit soort bakken die vooral zorgen voor nog goedkoper vervoer helpt de sector in het geheel natuurlijk niet. Het is wrang dat waar Europa constant spreekt over een verbod van inmenging in de markt de overheid nu zelf bovendien de bestaande binnenvaart gaat beconcurreren.

Ik zou Minister Weyts willen oproepen zijn verantwoordelijkheid te nemen en zich in te zetten voor behoud van de diversiteit van de sector die al zovele decennia voor veilig vervoer zorgt, door de CCR aan te spreken op het moedwillig kapot maken van een essentieel deel van de binnenvaart, in plaats van haar met overheidssteun nog eens extra te beconcurreren.

Sunniva Fluitsma
voorzitter
Algemeene Schippersvereeniging

Reactie op een artikel in de Schuttevaer

In een van de artikelen in de Schuttevaer schrijft de journalist dat “de bonden” het eens zouden zijn geweest over de voorstellen “een goede toekomst voor het kleine schip” wat destijds door Kees de Vries wereldkundig gemaakt is. Ook toen al hebben wij daar ons van gedistantieerd en wel met onderstaande motivering:

Opmerkingen ASV naar aanleiding van het concept visie en actieplan “toekomst klein schip in de binnenvaart”

Reactie op de column van Kees de Vries 15 oktober jl.
In de column van woensdag 15 oktober jongstleden in weekblad de Schuttevaer schrijft Kees de Vries “… over het eindrapport over de toekomst van het kleine schip. Het rapport bevat 21 acties om het kleine schip voor de vloot te behouden en heeft de unanieme steun van de organisaties.” Dit is bezijden de waarheid, tenzij Kees de Vries vindt dat de ASV geen organisatie is.

Wij waren op het laatste overleg waar het concept rapport besproken werd en ter goedkeuring is voorgelegd aan de aanwezigen.

Wij (ASV) hebben toen duidelijk gezegd dat we het met de strekking van het rapport niet eens waren en daarnaast binnen het rapport  wijzigingen wilden. Die hebben wij (bij bijna iedere bladzijde) aangegeven. Kees de Vries beloofde die wijzigingen aan te brengen maar heeft het ons niet meer voorgelegd. Wij hebben gezegd tijdens datzelfde overleg niet blindelings te vertrouwen dat het dan wel goed zou zijn, dus hebben onze instemming niet gegeven. Dus als Kees de Vries dan zegt dat het de unanieme steun heeft moeten wij dat wel tegenspreken. Wij willen de heer de Vries niet voor de voeten lopen, maar zullen wel onmiddellijk na het uitkomen van het rapport duidelijk maken in welke opzichten wij, als ASV, het niet eens zijn met (de strekking van) het rapport.

Onderstaande opmerkingen zijn gemaakt naar aanleiding van de overleggen die bijgewoond zijn door de ASV en het (concept) rapport wat uit die overleggen is voortgekomen. Het rapport is uitgevoerd in opdracht van BOB en EICB. Het betreft het rapport dat uitgereikt wordt aan de staatssecretaris van Verkeer en waterstaat.

Uitgangspunt is de diversiteit van de hele vloot te behouden en een tekort aan kleine schepen in de binnenvaart te voorkomen.
De basis van dit stuk zit in het voorkomen van een tekort aan kleine schepen. Het oogmerk van het convenant getekend met de Minister van Verkeer en Waterstaat in 2006 is de “……. diversiteit van de hele vloot te behouden en een tekort aan kleine schepen in de binnenvaart te voorkomen. ….”

Hieronder volgen algemene opmerkingen die blijven staan ongeacht de eventuele aanpassingen die de heer de Vries heeft gedaan naar aanleiding van het laatste overleg waarin het concept besproken is.

1: Het plan waarborgt niet het uitgangspunt een tekort aan kleine schepen in de binnenvaart te voorkomen.
Het plan richt zich bijna uitsluitend op nieuwbouw en innovaties, wat gebeurt er met de bestaande kleine schepen?
Het hele plan lijkt te schrijven vanuit het “gegeven” dat de bestaande vloot kleine oudere schepen (van voor 1976) gaat verdwijnen. De initiatieven zijn namelijk vooral gericht op nieuwbouw en innovaties. Over de CCR-regels die zo’n struikelblok vormen voor de kleinere schepen wordt nauwelijks iets gezegd. Slechts de hardheidsclausule en alternatieve maatregelen komen aan de orde maar dan alleen als onderwerp waarover gecommuniceerd dient te worden. Hieruit blijkt dat in dit voorstel men niets wil veranderen aan de regelgeving van de CCR en de technische wetgeving (ROSR). Het feit dat men het hierbij alleen heeft over een “start van het communicatietraject” geeft aan dat men hierin niet de regelgeving aan de orde wil stellen.
Tegelijkertijd kan men er niet onderuit dat geen enkel nieuwbouwproject in de afgelopen jaren is gelukt. De nieuw te bouwen kleine schepen zijn simpelweg veel te duur.
Voorstel ASV: zorg dat je in ieder geval de kleine schepen behoudt. En ga vanuit dát uitgangspunt verder kijken richting eventuele nieuwbouw en innovaties. Dat betekent dus in ieder geval de CCR regelgeving die ingaat in 2010 van tafel.

2.Het plan waarborgt niet het uitgangspunt om de diversiteit van de hele vloot te behouden
In dit kader wordt een klein schip gezien als een schip tot 1500 ton. De grote verschillen daarbinnen wordt geen recht gedaan. Het lijkt erop of alleen het gehele tonnage van schepen tot 1500 ton gelijk moet blijven. Dat zou theoretisch ook uit louter (minder aantal) schepen van (bijvoorbeeld) 1500 ton kunnen bestaan. Daarmee wordt het uitgangspunt om de diversiteit (ook binnen de range van schepen tot 1500 ton) van de hele vloot te behouden tenietgedaan. Hiermee gaan veel bedrijven dus onbereikbaar worden voor binnenschepen.
Voorstel ASV: behoud het uitgangspunt om de diversiteit (ook binnen de range van schepen tot 1500 ton) van de hele vloot door als eerste te streven naar een oplossing voor het gebrek aan vertrouwen van kleine binnenvaartondernemers in de toekomst. Een van de uitgangspunten zou daarbij moeten zijn: de CCR regelgeving die ingaat in 2010 van tafel.

3. er is geen voorstel in dit plan om werkelijk het voortbestaan te waarborgen op economisch vlak.
Alle partijen zijn het erover eens dat de tarieven voor de vervoerders in de binnenvaart veel te laag zijn. Deze zouden tientallen procenten omhoog moeten wil men een gezonde onderneming kunnen voeren. Echter, in dit rapport worden hier geen harde voorstellen voor gedaan. Men komt niet verder dan afspraken tussen binnenvaartbranche en verladers over bijvoorbeeld kostendekkende vrachtprijzen etc en een verkenning van samenwerkingsvormen en ondernemersvormen.
Het verleden heeft nu toch wel geleerd dat we er daar mee niet komen. Dit is allemaal veel te vrijblijvend.  De samenwerkingsverbanden hebben tot nu toe eerder voor een vrachtprijsverlaging dan voor een vrachtprijsverhoging gezorgd. We weten dat de vrije markt zoals die nu wordt toegepast in de (kleine) binnenvaart niet werkt. Het rapport heeft het over “verbetering van marktbewustzijn”, maar als je dat niet koppelt aan marktmacht maakt het niet uit hoe “bewust” je bent. Dan kom je nog nergens. De individuele schipper heeft momenteel geen enkele marktmacht. De samenwerkingsverbanden (die opereren als bevrachter) en de overige bevrachters maken ge(mis)bruik van de onmacht van de schipper om werk naar zich toe te trekken. (hier kunnen wij recente voorbeelden van geven)
Voorstel ASV:  bodemtarieven, evenredige vrachtverdeling, toerbeurtsysteem.

4. Bekostiging en benoeming coördinator kleine schepen
De voortgang  van de verschillende acties kan actief worden gestimuleerd en bewaakt door een  coördinator kleine schepen. Deze coördinator wordt door de branche gedurende een periode van tenminste 3 jaar benoemd.  Onze vraag is:

  • wie betaalt dat? (tijdens het overleg werd door ons deze vraag gesteld. Wij kregen de indruk dat een deel van de bekostiging uit de gelden van het sloopfonds zou komen)
  • wie gaat wie benoemen? (wie heeft de expertise en de knowhow betreffende de kleine binnenvaart, en wie bepaalt wie het meest geschikt is voor deze functie?)

Voor zover wij het begrepen hebben gaat het Branche overleg Binnenvaart dit bepalen. Als we er rekening mee houden welke partijen er in de Branche Overleg zitten is het de vraag of daar de vertegenwoordigers van de kleine schepen zitten. Ook is het de vraag of dit Branche Overleg zou mogen beslissen wat er met de middelen gebeurt die door de schippers zijn opgebracht (het sloopfonds)

Namens de ASV David Twigt en Sunniva Fluitsma

En vervolgens hebben wij niet zo lang geleden ook onderstaande ingestuurd.

Ingezonden:  reactie Minister Schultz: een klap in het gezicht van de binnenvaart.

De minister is er niet om het kleine schip te behouden” lees ik in de media.
Dat is tenminste duidelijke taal van de minister. Dat “warme hart” dat de minister ons toe schijnt te dragen blijken loze woorden, het kan maar duidelijk zijn.  Daar staat de sector dan met de rapporten “een goede toekomst voor het kleine schip” (2008 Buck consultants) en zijn treurige opvolger “Plan van aanpak klein schip (EICB)”  beide rapporten tot stand gekomen vanuit de roep van het ministerie (en destijds staatssecretaris Huizinga) om het kleine schip te behouden (voorafgegaan door een eerder rapport in 2003 over hetzelfde onderwerp) .  Niet dat er veel “behoud” te vinden was in de aanbevelingen, het ging natuurlijk vooral om nieuwe interessante projecten waar subsidie voor vrij zou moeten komen. Maar de schijn werd nog opgehouden als zou men de waarde van een binnenvaartvloot inzien waar alle type schepen een compleet aanbod konden aanbieden.

Niet alleen de kleine binnenvaart de dupe
Door de jaren heen hebben alle politieke partijen om het hardst geroepen hoe waardevol deze sector is en welke gouden toekomst er voor de binnenvaart in het verschiet ligt. Maar die sector is vooral waardevol als het een complete sector is. Klanten van de binnenvaart willen niet louter partijen van duizenden tonnen voor de deur. Ze willen kunnen kiezen. En als ze alleen grote partijen kunnen ontvangen over water en de rest via een andere vervoersmodaliteit moeten doen zullen ze de binnenvaart de rug toekeren. Ergo: met het verdwijnen van vervoer via de kleine binnenvaart zal er ook vervoer van grotere ladingpartijen per binnenvaartschip verdwijnen, tel uit je winst. Weet de minister dat 25% van het totale vervoer over water door de kleinere schepen wordt vervoerd? Heeft de minister haar cijfers paraat over de gevolgen daarvan wanneer dat binnen enkele jaren via de weg zal gaan? Kan de minister hier verantwoording voor afleggen aan onze toekomstige generaties? Ik denk het niet!

Maritieme strategie.
Allerlei maatregelen moeten er genomen worden om aan de klimaatdoelen te voldoen maar ondertussen zien we helemaal niets terug van de gevolgen van het verdwijnen van een essentieel deel van de binnenvaartvloot in de maritieme strategie. Het lijkt er toch erg op dat de minister nauwelijks in de gaten heeft wat er in “haar” sector gebeurt. Hoe zit dat met haar ministeriele verantwoordelijkheid? Er ligt een Europees Witboek vervoer waarin er gesproken wordt over verschuiving van goederenstromen van de weg naar het water, maar neemt deze minister daar op welke wijze dan ook enige verantwoordelijkheid voor? Welnee! Het is niet aan haar om tot enige actie over te gaan. Wat een zinloze baan is het ministerschap dan als de minister vindt dat je vooral “niets moet doen”.

De markt moet zijn werk doen?
Volgens de minister moet de kleine binnenvaart haar eigen meerwaarde bewijzen en dan komt het allemaal goed. Uit deze uitspraak blijkt maar weer dat de minister kennelijk niet goed voorgelicht wordt over de wijze waarop de markt functioneert. Want binnen de huidige, moeilijke markt blijft juist deze groep schepen overeind, crisis of niet. Maar als je het die groep schepen moedwillig onmogelijk maakt om voort te bestaan door de vaarwegen minder toegankelijk te maken en regels op te leggen waarvan bewezen is dat die onnodig en onhaalbaar zijn dan is “marktwerking” een drogreden.  En tegen dit soort misstanden zou een minister moeten ingrijpen.

Kiezersbedrog
De minister suggereert dat zij belemmeringen wegneemt. Wij vragen al jaren om het wegnemen van onzinnige belemmeringen: “de CCR nieuwbouwregels met terugwerkende kracht op bestaande schepen invoeren”.  Nu doet de minister alsof dat moratorium van die paar regels voor heel beperkte tijd in het belang van het kleine schip zijn, wat een onzin!

Die “knellende regels” (zoals de minister ze noemt)  zijn zeker niet specifiek gericht op behoud van het kleinere schip. Dat zijn vooral regels (geluidseisen) waar bijna geen enkel schip aan kan voldoen. En als je regels maakt die niet haalbaar blijken te zijn dan heb je je eigen probleem gecreëerd. Zeker als de SI nog maar enkele jaren geleden die schepen heeft goedgekeurd die nu helemaal niet blijken te voldoen. Die onzin op het bordje van “hulp aan kleine schepen” schuiven is kiezersbedrog.

2 moties genegeerd
Zolang de leden van de Tweede Kamer alles slikken, wat deze minister als antwoord geeft op hun vragen en het voor lief neemt, dat de minister twee moties naast zich neerlegt waarvan een motie met algemene stemmen aangenomen is, hebben we niet alleen te maken met deze minister, die de ernst van de situatie niet in (wil) kan zien, maar kunnen we gerust stellen, dat de hele politiek het toelaat, dat een belangrijk segment van de binnenvaart koud wordt weggesaneerd. 

Krokodillentranen
Dat is de harde realiteit. Blijft voor ons niets anders over dan te zeggen: ga over 10 jaar geen krokodillentranen huilen over de vervoerssector want dat deze sector moedwillig beschadigd wordt ligt niet aan de binnenvaart maar aan de politiek. 

Sunniva Fluitsma
Voorzitter ASV. 

Ik vind het kwalijk te doen alsof wij allemaal achter dat rapport stonden. Dat rapport toont precies aan waar het nu al die tijd al fout gaat; er is geen enkele zorg voor de bestaande schepen. Dat was er niet in dat rapport, dat is er nog steeds niet. Kijk maar waar alle aandacht naar uitgaat. Naar “vergroening” liefst via LNG waarbij dat ook heel vervuilend is en men niet weet waar men met de afval naar toe moet. Maar dat mag niemand zeggen dus doen we maar net alsof dat ons allemaal gaat redden.

Doe jij ook mee aan deze sprookjes?

Sunniva Fluitsma

Polls Watertruck

Stand Polls over Watertruck+ concept 27-04-2016:
De Scheepvaartkrant 101 stemmen: 7 % voor, 92% tegen (1 % “weet niet”)
De Binnenvaartkrant 44 stemmen: 8 stemmen voor, 30 stemmen tegen (6 stemmen “geen idee”)

De Scheepvaartkrant: 7 % voor, 92% tegen


De Binnenvaartkrant: 8 stemmen voor, 30 stemmen tegen

Vlaanderen richt een overheidsrederij op om files tegen te gaan. Is dat een goed initiatief?
Ja, want op de vaarwegen is nog voldoende capaciteit. • 2 Votes
Ja, vervoer over water is ook nog eens schoner. • 6 Votes
Nee, dat gaat vooral ten koste van particuliere schippers. • 30 Votes
Geen idee hoe dat uitpakt. • 6 Votes

Polls over Watertruck+ concept:
De Scheepvaartkrant 101 stemmen: 7 % voor, 92% tegen (1 % “weet niet”)
De Binnenvaartkrant 44 stemmen: 8 stemmen voor, 30 stemmen tegen (6 stemmen “geen idee")