Algemeene Schippers vereeniging

Voor en door schippers

Ligplaatsen

Ligplaatsenbeleid

ASV heeft geprobeerd samen met BLN actie te zetten op een verbetering van het ligplaatsenbeleid. Onderstaande geeft de gang van zaken weer:

12 april 2016:
Van ASV aan Schuttevaer:
Ik krijg nu alarmerende berichten dat RWS ook in Friesland het ligplaatsenbeleid doorzet wat we in andere provincies al tegenkomen. Wij ervaren dat als een heel groot probleem. Schepen kunnen nergens meer liggen en dat moet gewoon af en toe. Wat denkt jouw achterban daarvan?

Eerste Antwoord Schuttevaer
Ik zal even navragen of onze regiovertegenwoordiger ook deze signalen heeft. Mijn achterban vind ligplaatsen in zijn algemeenheid een probleem. Natuurlijk zouden wij graag zien dat de 3 x 24 uur, in elk geval in het weekend, zou worden losgelaten. Ik neem aan dat je daar met name op doelt. De ervaring heeft wel geleerd dat, wanneer er een probleem is en het wordt besproken daar ook bijna altijd wel uitgekomen wordt.
Anderzijds is er ook een geluid dat men zelfs op sommige plaatsen terug wil naar 1 of 2 x 24 uur. Daar zullen wij natuurlijk fel tegen in het geweer gaan. Omdat die geluiden er zijn denken wij dat we er niet zo hard tegen op moeten treden. Dit zou weleens een averechts effect kunnen hebben.  Kortom het is eigenlijk per locatie wikken en wegen waar je het meest er uit kunt halen.
Maar ik wacht even de reactie van af over de signalen vanuit het noorden. Wordt vervolgd.

Reactie ASV:
Waar wij  aan denken is een aantal plekken benoemen waar je legaal voor langere tijd ligplaats kunt nemen, waar je dan ook rustig kunt liggen, op plekken verspreid over het land. Wij vinden dat RWS als verlengstuk van de minister daar een rol in zou moeten spelen en die verantwoordelijkheid op zich zou moeten nemen. Wat ons opvalt is dat er eigenlijk helemaal geen overkoepelend landelijk beleid is, anders dan…je mag in principe nergens liggen tenzij…..met een maximum van 3X 24 uur (zo ongeveer, kort door de bocht). Dat merkte ik ook bij de hoorzitting in IJmuiden. RWS heeft alleen een beeld van de plekken die zij beheren en daarvan vinden ze dat die eigenlijk bedoeld zijn voor varende schepen. Maar daar krijgen we een olievlekwerking van want daarmee zijn gemeentes en provincies bang dat zij het afvalputje worden en dus opgescheept komen te zitten met alles wat om de een of andere reden niet vaart. Dus zien we al die verboden om ligplaats te nemen hand over hand toenemen, en daarom lijkt het me goed als we met een gezamenlijk voorstel hieromtrent zouden komen.

2 juni 2016 (!)
Antwoord Schuttevaer:

Vorige maand heb jij,  Sunniva, namens de ASV, een voorstel gedaan over de omgang met de 3 x 24 uurs regeling voor ligplaatsen. Ook twee van onze leden deden een voorstel wat in de lijn lag van jouw voorstel Sunniva.

 Natuurlijk zien wij ook de onvrede over het gebrek aan ligplaatsen en onderkennen dat probleem.
Het voorstel was niet in lijn met het beleid dat Koninklijke BLN-Schuttevaer, tot nu toe voerde.
Ik heb dit voorstel dan ook voorgelegd aan het hoofdbestuur en het NTC, onze Nautisch Technische commissie. Ik heb u ook aangegeven dat ik dit zou doen.

Dit heeft inmiddels plaatsgevonden. Het besluit van het NTC heeft u nog te goed, onderstaand doe ik u dat toekomen.

 “Het NTC is van mening dat er op zich niets tegen de 3 x 24 uurs  maatregel is. Alleen de overheid is de menselijke maat kwijt bij de handhaving. Wanneer er meer dan voldoende ruimte vrij is op de betreffende ligplaats, dan is de menselijke maat niet dat iemand weggestuurd wordt. Wanneer die menselijke maat niet kan worden teruggebracht dan is het NTC voor afschaffing.Wanneer dit aan de orde komt zal ook verwezen worden naar het gebruikerstevredenheidsonderzoek, waarin één en ander ook met regelmaat terugkomt.”

 In het kort komt het er op neer dat Koninklijke BLN-Schuttevaer voor het handhaven van de 3 x 24 uurs maatregel is maar, dat wel de menselijke maat bij handhaving aanwezig moet blijven.
Bijvoorbeeld: als je op donderdag avond in een haven komt moet je niet op zondag avond worden weggestuurd. Als men daar niet op een menselijke manier mee om kan gaan, dan kan zal het standpunt, zoals bovenstaand verwoord, wijzigen.

Mocht ik onduidelijk zijn of nog vragen oproepen, dan verneem ik dat graag.

Wordt vervolgd?

Nieuwsbrief herindeling Maashaven, nummer 1

Ontvangen van het Havenbedrijf Rotterdam.

Tijdens informatiebijeenkomsten op 4 en 14 april en de binnenvaartbeurs in Gorinchem op 24, 25 en 26 mei, hebben wij de binnenvaartschippers uit de Maashaven gevraagd naar hun mening over de herinrichting van de Maashaven. Daarbij hebben wij de toezegging gedaan de betrokkenen op de hoogte te houden van de ontwikkelingen. Hierbij onze eerste nieuwsbrief.

Maashaven nummer 1, 27 juni 2016
Inrichting Maashaven
De Maashaven is voor het Havenbedrijf Rotterdam een belangrijke ligplaatshaven voor de binnenvaart. Echter, door de ligging in een sterk stedelijke omgeving, beschouwt ook de gemeente Rotterdam dit als een aantrekkelijk gebied.

Tussen Havenbedrijf Rotterdam en de gemeente Rotterdam bestaan afspraken over het gebruik van het gebied, waarbij het Havenbedrijf Rotterdam inzet op behoud van ligplaatsen. Rondom de Maashaven zijn tal van stedelijke ontwikkelingen ontstaan en worden nieuwe plannen voorbereid om het gebruik van de haven en de omgeving op elkaar te laten aansluiten.

Actuele plannen waren voor het Havenbedrijf en de gemeente Rotterdam aanleiding om op 4 en 14 april jl., informatie­bijeenkomsten te beleggen waar de plannen voor herinrichting van de Maashaven en omgeving zijn gepresenteerd.

Deze ontwikkeling heeft onder andere betrekking op het noodzakelijk groot onderhoud dat aan het lange ponton moet plaatsvinden. Tegelijkertijd wil het Havenbedrijf de ligplaatsen in de Maashaven aantrekkelijker inrichten voor grotere schepen en de bereikbaarheid ervan vanaf de wal vergroten. Daarmee komt ruimte vrij om de oostzijde van de Maashaven een meer natuurlijke en recreatieve invulling te geven en een getijden­park te ontwikkelen. De gepresenteerde schets om de ligplaatsen zoveel mogelijk een directe verbinding met de kade te geven en de pontons niet langer in de lengterichting te plaatsen werd door veel binnenvaart­schippers bekritiseerd.

Enquête
De beide bijeenkomsten waren voor het Havenbedrijf Rotterdam aanleiding het oorspronkelijke voorstel te herzien en de schippers die regelmatig in de Maashaven verblijven, te vragen wat de meest gewenste situering van de ligplaatsen is.

Een ideale mogelijkheid om dit de schippers voor te leggen, deed zich voor op de door binnenvaartschippers veel bezochte beurs Maritime Industry in Gorinchem van 24, 25 en 26 mei jl.

Op de beurs heeft het Havenbedrijf Rotterdam in zijn stand aan de binnenvaart een viertal varianten voorgelegd met de vraag om hun keuze voor de varianten te motiveren. De varianten hadden zowel betrekking op de te ontwikkelen oostzijde als de bestaande westzijde van de haven, waar nu het voormalige ponton uit de Rijnhaven ligt.

De uitkomsten van de enquête laten het volgende beeld zien:
WEST 1: keuze van 84% van de geënquêteerden
OOST 1: keuze van 28% van de geënquêteerden
WEST 2: keuze van 16% van de geënquêteerde
OOST 2: keuze van 72% van de geënquêteerden

Het Havenbedrijf Rotterdam neemt de uitkomst van deze enquête uiteraard serieus en gaat met de gekozen oost variant (OOST 2) waarbij twee pontons in lengterichting zijn gesitueerd in gesprek met de gemeente Rotterdam.

Uiteraard houden wij u van het verloop van de verdere ontwikkelingen op de hoogte.
Met vriendelijke groet,

Strategie en beleid openbare ligplaatsen (SEBOL) Rotterdam

CBRB, ASV en Koninklijke BLN-Schuttevaer hebben in mei jl. een presentatie gehad van het Havenbedrijf Rotterdam (HbR) over de strategie en het beleid voor de openbare ligplaatsen in het Rotterdamse havengebied. Voor de ontwikkeling van dit beleid worden bezettingscijfers gemonitord en trends en ontwikkelingen alsmede feedback vanuit de sector meegenomen. Voor zowel vervoerders als verladers (terminals en bedrijven) is het belangrijk dat de afwikkeling van de binnenvaart efficiënt plaats vindt, nu en in de toekomst. Voldoende beschikbare ligplaatsen zijn hiervoor onontbeerlijk. In dit artikel kunt u meer lezen over een aanpak van deze problematiek en wordt met een korte enquête met enkele vragen uw reactie gevraagd.

Ligplaatsclusters
Om te kunnen bepalen hoe het is met de beschikbaarheid van de ligplaatsen, is Rotterdam opgedeeld in zogenaamde ligplaatsclusters, zie de onderstaande afbeelding. Tussen de clusters is de maximale afstand 7 km ofwel een half uur varen. Voor een visie en aanpak van de aanleg, modernisering, verplaatsing of verwijdering van de ligplaatsen wordt gebruik gemaakt van de bezetting van de ligplaatsen een cluster.

Primaire en secundaire aandachtsgebieden
Het HbR heeft een prioritering aangebracht in gebieden waar de ligplaatsproblematiek het grootst is en als eerste moeten worden aangepakt. De Rotterdamse haven is verdeeld in primaire en secundaire aandachtsgebieden.
De ligplaatsclusters 5, 6, 8, en 9 zullen als eerste de aandacht krijgen en in het bijzonder de volgende type ligplaatsen:

Botlek (motorvrachtschepen met 1 kegel en een lengte tot 110 meter).
Hartelkanaal oost (schepen >110 meter zonder kegels).
Calandkanaal Oost (alle type schepen en alle lengtes zonder kegel).
Calandkanaal West (alle type schepen >110 m zonder kegel).

Bij de ligplaatsclusters 3, 4 en 12 zullen vervolgens de volgende type ligplaats aandacht krijgen.

Maasvlakte Zuid ( motortankschepen met 1 kegel van alle lengtes).
Bij Maasvlakte II (2 kegel ligplaatsen).
Vondelingeplaat ( motortankschapen met 1 kegel met een lengte groter dan 110 meter).

Enquête
De mening van het binnenvaartbedrijfsleven is belangrijk. We willen weten of u het eens bent met de door het HbR gekozen prioritering en aanpak. Hier is de link naar een korte enquête. Dank voor uw medewerking!

Werk in uitvoering
Er wordt in de Rotterdamse haven al hard gewerkt op meerder plaatsen. In deze eerder door het HbR gegeven presentatie kunt u lezen waar al gewerkt wordt aan oplossingen.

Binnenvaart Ligplaatsen Informatie Systeem
Tenslotte nog de opmerking dat door de binnenvaart steeds vaker gebruik wordt gemaakt van het Binnenvaart Ligplaatsen Informatie Systeem (BLIS). Dit systeem toont de actuele bezetting en de kenmerken van de openbare binnenvaart wacht- en ligplaatsen.

Raad van State doet uitspraak over ligplaatsen IJmuiden

In 2015 heeft de ASV tijdens een hoorzitting in IJmuiden geprobeerd Rijkswaterstaat duidelijk te maken dat het wegjagen van binnenvaartschepen die al jaren aan een kade liggen die niet van RWS is en geen obstakel vormen voor de varende binnenvaart, een verkeerde gang van zaken is.

De complete tekst van die hoorzitting kunt u hier vinden.

verdere informatie over de ligplaatsensoap IJmuiden kunt u hier vinden.

Omdat bij de hoorzitting Rijkswaterstaat degene is die beoordeelt of Rijkswaterstaat juist gehandeld heeft is het niet verwonderlijk dat Rijkswaterstaat tot de conclusie kwam dat zij op een juiste manier gehandeld had. Inhoudelijk werd er nergens op ingegaan. Een gevalletje: de slager keurt haar eigen vlees.

Vervolgens werd beloofd de ASV te betrekken bij een evaluatie waarna de ASV tot op vandaag niets meer gehoord heeft, en dus geen uitnodiging heeft ontvangen.

Inmiddels heeft een schipper een kort geding aangespannen bij de Raad van State waarbij de eigenaar van drie voormalige binnenvaartschepen wil voorkomen dat die worden weggesleept uit de Eerste Rijksbinnenhaven. Rijkswaterstaat wil de schepen verwijderen op kosten van eigenaar De voorzieningenrechter in Haarlem stelde namelijk dat de permanente aanwezigheid van de binnenvaartschepen ervoor zou zorgen dat de steiger en de werkhaven niet meer door andere schepen kunnen worden gebruikt. De binnenvaartschepen moeten dus weg, omdat ze andere schepen zouden hinderen. En dat is in strijd met het Binnenvaartpolitiereglement.
Dit oordeel is opmerkelijk, want een andere voorzieningenrechter van de rechtbank Haarlem oordeelde een jaar eerder dat het binnenvaartschip dat direct langs de kade is afgemeerd, de scheepvaart niet kan hinderen en dus zou kunnen blijven liggen. De tegen dit schip afgemeerde andere schepen liggen volgens die rechter wel in de weg en moeten dus worden verwijderd.

Uiteindelijk stapte de schipper dus naar de Raad van State die als hoogste en laatste instantie zal beoordelen of er sprake is van hinder voor andere schepen. De voorzieningenrechter van de Raad toonde haar twijfels hierover en stelde dezelfde vragen als de ASV in haar klachtenbrieven en hoorzitting had gedaan. .Op de vraag ‘Hoeveel schepen komen hier nu eigenlijk',kan Rijkswaterstaat geen antwoord geven.
Ook, net als de ASV hieraan voorafgaande had gedaan, constateerde de voorzieningenrechter dat er geen ligplaatsverbod geldt voor de haven en dat het om een doodlopende haven gaat.

Omdat er ook geen alternatieve ligplaats voor de binnenvaartschepen is en Rijkswaterstaat bovendien deze situatie vele jaren gelaten heeft voor wat die was vond de raadsvoorzitter het argument van Rijkswaterstaat dat de binnenvaartschepen voor hinder zorgen kennelijk nogal ongeloofwaardig.
Rijkswaterstaat kan nog steeds geen andere reden geven om de schepen te verwijderen. De advocaat van de scheepseigenaar veronderstelt dat de haven moet worden vrijgemaakt voor de aannemer die nu aan de nieuwe zeesluis werkt maar ook daar blijft Rijkswaterstaat vaag over. Wij zijn erg benieuwd naar de uitspraak volgende week.